dinsdag 20 november 2007

Dag 11 - Ma. 19 november 2007



Om 07.30 uur zitten we al in de bus. Het regent en gaat steeds harder regenen. Rene vertelt dat het de komende dagen nog wel zal aanhouden. Vanmiddag hebben we weer een picknicklunch en een lange wandeling cq trekking. We zien het wel. We stoppen eerst bij het oorlogsmonument, een eerbetoon aan alle gevallen soldaten in de drie oorlogen met Frankrijk, US en Cambodja. (zie foto)
Het beeld is een drie-eenheid: in het midden/vooraan de lokale bevolking: een vrouw. Omdat 't matriachaal was, de vrouw vooraan, omdat de vrouw het voor het zeggen heeft en erfgoed van moeder op dochter overgaat en kinderen de naam van moeder aannemen. Links de verzetsstrijder met zijn kapmes, de zogenoemde sakat* en rechts de militair, van de radioverbindingstroepen met zijn apparatuur. Onder het monument staan de namen van alle gevallen soldaten van voor 1975 tot 1980 met rangnummer en de datum van overlijden. De sakat werd als een soort afstandsmeter gezien: hoe ver is het lopen? Het is 3 sakats lopen. Dat hield volgende in: de sakat werd op de schouder gedragen en hoe ouder je was hoe vaker je van schouder diende te wisselen om het te zwaar/te vermoeiend werd. Een jongeman liep bijv. de hele weg met het kapmes op een schouder, en de afstand was dan dus 1 sakat.

Morgen 20 november is het de 'Dag van de Leraar', op deze dag nemen kinderen een klein presentje, bloemen of fruit mee voor de leraar. Vlak nadat we de stad uit zijn gereden zien we behoorlijke bergen vuil liggen. Rene legt uit dat het in de stad dan wel keurig wordt opgeruimd, maar vervolgens dumpen ze het letterlijk in de vrije natuur. Daar hebben ze dus nog niet zoveel weet van. Jammer. We rijden op snelweg 14, op een stukje van het Ho Chi Minh pad, we komen langs de Saigonbier fabriek en langs de weg zien we weer rubber- en koffieplantages. En deze keer ook peperplantages. De pepers worden op een stam gekweekt. De peperkorrels worden 1x per jaar geoogst. Een tijdje terug bracht een kilo peper 110 a 120.000 Dong op, een jaar geleden was dit nog maar 20 a 25.000 Dong en nu staat de kiloprijs weer op 40 a 45.000 Dong ((20.000 Dong is ongeveer 1 Euro, ga maar lekker zelf rekenen). Onderweg pikken we de broodjes voor de lunch op, weer heerlijke krokante stokbroodjes.

We gaan door een klein stadje met een prachtig standbeeld van Ho Chi Minh afgebeeld met kinderen. Ho was zeer begaan met het land en met kinderen in het bijzonder. In Pleiku, ons reisdoel van vandaag, zullen we de lokale gids oppikken. Dat is verplicht om in deze gebieden een lokale gids er bij te hebben. Trouwens in deze gebieden wil de overheid het toerisme sowieso een beetje aan banden leggen en stelt het op bepaalde tijden open, niet dus hele jaar door met bussen door het gebied heen sjesen.

Indrukwekkend zijn de vele naaldbomen en rubberbomen waar zakjes aan de stam hangen. De naaldbomen worden ingekerfd en in de zakjes wordt dan de hars opgevangen. Deze hars is met name voor de verfindustrie bedoeld. Aan de rubberbomen hangen ook zakjes, dit om de latex op te vangen, omdat het regent stolt het snel en we zien overal emmers met witte bollen staan.
Op straat lopen een aantal schoolkinderen met een krukje. Soms hebben ze niet genoeg stoelen in de klas, dan neemt zo'n kind dus een krukje van huis mee. Maar omdat er niet voldoende scholen zijn krijgt een deel kinderen s ochtends en andere kinderen 's middags les. Zaak dus om als je weer naar huis gaat je eigen krukje mee terug te nemen, zodat niet een ander kind op jouw kruk gaat zitten.

In dit gebied is het trouwens ook zaak om op de geeffende paden te blijven, er is hier zo heftig oorlog geweest, dat het goed kan zijn dat er nog steeds munitie ligt. Tot een paar jaar geleden vergde dit nog zelfs 1 slachtoffer per week! Pleiku en Kontum zijn zwaar gebombardeerd, ook na 1972 . Rusland heeft geholpen bij de opbouw van Pleiku. Als een kind dus Linxo, wat Rus betekent, tegen je zegt, is dat geen scheldwoord, maar een synoniem voor blanke.

We komen de provincie Gailai in, hier mogen we dus niet rondlopen zomaar (i.v.m. toeristisch beleid). We doen een koffiestop en maken foto's van een lief meisje met haar babyzusje op schoot en een ander ernaast (zie foto). Later op de dag maken we ook nog een foto van een brutaal stel apen (zie foto). We naderen een splitsing, wij gaan rechtdoor richting Pleiku, linksaf is 35 km van de Cambodjaanse grens vandaan.
In Pleiku pikken we dus onze gids op, een jongedame genaamd Nga (spreek uit Na, waarom die g er dan bij moet?) zij zal ons wijsmaken tijdens onze trip naar het gebied van de K'Tu, waar een Bahnar groepering leeft, een van de etnische minderheden van Vietnam.

Voordat we gaan eten kijken we nog bij de productie van wierookstokjes, nooit geweten hoe ze dat deden, het is behoorlijk druk in het kleine kamertje, dus helaas kan ik je niet geheel vertellen hoe het werkt. Ik zit wel de kleine stokjes en dat ze katoen tot poeder hebben gewreven en dan met een soort plaksel (een dikke bruine brei), het stokje er door heen wentelen zodat de katoenpoeder vast komt te zitten. Leuk om eens te zien. Als je precies wilt weten hoe het werkt ga je maar lekker googlen.

We gebruiken de picknicklunch, bij een bijzonder aardig vrouwtje dat aardig woordje Engels spreekt, ze loopt continu heen en weer voor ons. Na de lunch gaan we dus het Bahnar dorp in. Meteen in het begin zien we al een viezig mannetje die in zijn blote kont en een gigantische pijp in zijn mond rondloopt. Doet een beetje denken aan een Aboriginal. Gelukkig, hij heeft een string aan. Het dorp heeft huizen dat op palen staat en van riet zijn. Om de rieten daken niet continu te hoeven repareren zitten er stalen randen langs het dak. Naast een paar van die rieten huizen staan ook stenen huizen. Nga legt uit dat zij zelf in de rieten huizen wonen en de stenen huizen voor de visite wordt gebruikt. Vroeger waren de mensen in de rieten huizen arm, tegenwoordig is het andersom. Ook zien we een soort schuurtjes op palen staan naast de grote rieten huizen waarin ze wonen. Aan de hand van het aantal schuurtjes, dat voedselopslagplaatsen zijn, kun je tellen hoeveel families in het grote huis wonen. Er staan ook kleine huisjes op palen naast. Dit zijn de huisjes die de ziel van een overleden familielid symboliseren. Dit familielid is begraven en 2 jaar lang wordt het graf bijgehouden en het huisje is dan een soort herinnering. Na 2 jaar wordt het huis vernietigd, zegt men de dode gedag, adieu, tot ziens, good bye en kijkt men ook niet meer om naar het graf. Midden in het dorp staat het Ronghuis, dat is het gemeenschappelijke dorpshuis. We zien daar bomen staan waaraan de staart van een buffel is vastgemaakt. En Nga legt uit dat Pleiku betekent: Plei is stad en Ku is staart van de buffel. Omdat het heeft geregend (het is inmiddels droog), is het een grote natte blubberbende. En dat gaat nog erger worden. We moeten een stuk langs een heel smal pad buiten het dorp dat behoorlijk glibberig, nat en vies is, Reina valt dan ook als eerste. Gatverdegatver. We lopen verder, het is de bedoeling dat we over een brug gaan naar een ander dorpje en dan een stukje door het water moeten waden, zo'n 5 a 6 meter en 40 cm diep (Dik beloofde me dat hij me zou dragen) en dan nog een stuk naar beneden wat nog gladder is moeten lopen. Intussen ben ik al lek gestoken door die K....e muggen. Giang heeft gelukkig antimugspray bij zich (mijn Deet-douche van vanmorgen is allang uitgewerkt natuurlijk). Bij de brug besluit ik toch maar om terug te keren, die mogelijkheid is er namelijk. Hennie en ik lopen met Rene een stuk terug, heuvel op, ook door de modder. We wachten bij het lunchlokaaltje op de terugkeer van de rest. Er zijn nog een paar anderen die al eerder (na Reina's val) mee terug gelopen zijn. Met een kleine 20 man zijn ze dus de trekking gaan afmaken. Dik heeft de filmcamera van Adrie bij zich (omdat Adrie met zijn vrouw Reina terug is gegaan). Ik houd mijn hart vast: niet gewend aan filmen, heeft ook zijn eigen fotocamera bij zich in combinatie met zwakke enkels, modderpoelen en handen vol, reken maar uit...
Intussen zijn mijn schoenen ook grote modderpoelen aan mijn voeten geworden. Tuan, onze bijrijder neemt ze meteen uit mijn handen en maakt ze voor me schoon, lief he? Dan komt de groep terug, Ger (van Gerda) is ook onderuit gegaan. In de grootste poel natuurlijk, meteen goed doen, zei Ger. Dik ziet er nog redelijk uit, zijn broekspijpen zijn wel bagger maar zijn uitleg doet me lachen: hij had zijn pijpen opgerold, maar met lopen door het water zakte zijn broek af en toen kon hij m niet optrekken omdat ie de camera van Adrie bij zich had en daar moest ie toch heel voorzichtig mee zijn. Hij had aardig gefilmd, behalve het stuk dat ie zijn schoenen ook gefilmd had... Na de trekking maakt iedereen eerst zijn schoenen schoon voordat we de bus instappen naar het hotel in Pleiku. Prachtig hotel, mooie kamers en heerlijk gegeten: worteltjessoep (vies he?), gegrillde kip met patat (!) beef met uien in een pittig sausje met nasi en banaantje toe.

2 opmerkingen:

Els zei

Hoi dit is een reactie v/d zus van Marrie, wat een geweldig reisverslag ik geniet er dagelijks van, wij konden door omstandigheden niet mee maar hebben nu het gevoel dat we er toch een beetje bij zijn veel dank en tot het volgende reisverslag.
Els Koffeman

Dik & Car zei

Dank voor je reactie Els, Marrie en Gerrit stonden net naast me en ze doen de twee dames de hartelijke groeten en liefs,

Carla